Historie

Meer dan duizend jaar heeft de kerk in het dorp Oosterwijk materiële en geestelijke geborgenheid gegeven. Geen geringe prestatie als je bedenkt dat alle andere historische instituten en gebouwen van het dorp verdwenen zijn.

Als eerste voorganger of dominee te Oosterwijk wordt in 1586 genoemd Franciscus van der Meer, die waarschijnlijk eerst hier pastoor was en overgegaan was naar de nieuwe leer. Daarna volgden:

1596-1599 Abrahamus Adriani
1600-1604 Nicolaus Petri van Houweningen
1606 Eleazarus Platevoet
1611 Christianus van Straselen
1623-1632 Johannes van der Hagen
1632-1648 Adam Isbrandtsz.
1649-1686 Isbrandus van Os
1687-1692 Johannes van Aken
1694-1699 Regnerus van Staveren
1701-1705 Balthazar Boudaan
1706-1740 Henricus Koolaart
1742-1764 Henricus van Limburg
1764-1768 Gijsbert Balen
1768-1775 Henricus van Hemert
1776-1778 Gillis Holst
1779-1789 Petrus Johannes van Dam
1789-1795 Govardus Graad
1792-1795 Johannes Henricus Schneider
1799-1804 Johannes Jacobus Story
1804-1846 Anthony Jacobus van Houten
1847-1867 Hendrik Rombach
1867-1870 Livius Lambertus Dibbits
1871-1873 Gosewinus Cornelis Prillevitz
1874-1876 Rijk Otto Cornelis Aitton
1881-1883 Meewis Marinus de Lint
1885-1890 Johannes Arnoldus van Wijk
1891-1903 Hendrik Arie Leenmans Sr.
1904-1908 A.A. Vermeer
1909-1919 P. den Duijn

Vacant vanaf 1919. Gecombineerd met Nieuwland in 1953.

1953-1961 G. van Estrik
1961-1966 C.J. van den Broek
1966-1972 Armand Gustaaf Haring
1973-1977 Reijer Abraham Griznigt
1978-1983 Aalt Visser
1983-1987 Hendrik Jan van der Veen
1988-1992 Willem van der Born
1993-1998 Hendrik Liefting

Verbouwingen

In 1829 werd er een plan gemaakt om de kerk te verbouwen. Het dak toonde veel gebreken. Het deel van het koor waar vroeger het altaar stond werd verkleind. Omdat er niet meer in de kerk begraven mocht worden, maakte het niet uit dat de kerk kleiner werd. Na de verandering van het koor is ook de vloer verbeterd.

De nieuwe consistoriekamer die ontstaan is bij de verbouwing van het koor vergt niet veel onderhoud, maar de rest van de kerk wel. De muren waren laag en het dak daardoor erg groot. In 1872 werd er begonnen met een vernieuwing naar de kerk zoals we die nu kennen. In 1927 werd er elektriciteit aangelegd.

De toren moest echter wachten op een vernieuwing tot 1906. De luidklok en het uurwerk werden overgezet vanuit de oude toren. Later is het uurwerk vervangen door een elektrisch exemplaar met verlichting en de klok wordt nu ook elektrisch in beweging gebracht. In 1997 is met een hoogwerker de gehele spits van de toren genomen om de houten opbouw en leien te repareren.